|
Er komt een gedachte bij me op, het zit vol met tederheid, een verlangen, een behoefte, nog een klein woordje, dat op je rug rolt, klaar in een diep verlangen, dat om je te grijpen graag gedaan.
Maar verdriet stroomt in mijn ogen, gisteravond was ik erg ongelukkig, ik het gevoel dat de dagen al lang voorbij zijn blij, of je was zo verliefd, op je nee, ik loop in het donker, ik passeer.
Je gaf me een afspraak, je vertelde me onthoud, het wonderbaarlijke hiervan plaats, van deze in elkaar grijpende rotsen, zich vormend beelden vol vrolijkheid, met zeer oproepend, van een zeer levende natuur, we zullen in al deze lopen steegjes, genietend van elk moment, a poëzie van een moment, onze twee handen verstrengeld, om ons beter te binden.
Je post komt binnen, mijn hart ligt er elke keer in keer gekweld, zal ik het openen, voor jou ontdekken, een moment van geluk, een moment van ongeluk, uw e-mail is aangekomen, Ik durf het niet aan te raken, uit angst om het vuil te maken, moment van verlangen, een moment van zoetheid, a moment van warmte, je e-mail is open, en ik ontdek al deze woorden, die ik natuurlijk, met liefde, deponeerde je de werkwoord liefhebben, in alles vervoegen vormen, voor mijn plezier.
Een licht ontspringt, maakt me wakker, verblindt me, laat me uit bed springen, of ik was aan het dromen met een zoet verlangen, om te zien, daar vooraan mij, een onwerkelijk visioen, van een gezant van de hemel, met zijn uitgestrekte vleugels, smetteloze witheid, het is de stem van een man wie tegen mij spreekt, hij spreekt tegen mij, ik niet niet horen, dus ik ben verbijsterd en versuft, mijn ogen zijn op hem gericht, hoe mooi is hij, ik kan het niet definiëren.
Het is het beeld van plezier, jullie zijn allemaal naakt, ik benader me naar jou toe, jij duwt me weg vleugel slag, en zei me geduldig te zijn, in een stem teder, ik ben er voor jou, maar jij niet weet niet van boven ik hoorde je, en Ik rende, je leed in je slaap en het kwetste de eeuwige, dus ik hier, om de misstap te herstellen.
Voor onze droom om de waarheid te zijn, voor wij oordeelde het verdiend, de engel sluit zijn vleugels, strek een hand voor je uit, zeg je dat er is geduld voor nodig, neem dit genoegen. Onze lippen raken elkaar, onze monden open, een hartslag, gaat over en sterft, om harder te slaan, en sterker en sterker, een passie valt me binnen, ik weet niet meer wat ik zeg, onze lichamen zijn met elkaar verbonden, verre van enig haat, mijn gedachten zijn hier dol op prinselijk lichaam, waar ik doorheen ga, dat ik genieten, niet een plaats waar ik vertrek,
Met een zachte streling zingt al je beuk, van oogverblindend genot, de tijd niet geen grip meer, je geeft jezelf met plezier, je lippen smaken naar honing, je tong mangosmaak, ik word dronken, ik ben dronken, je neemt me in je centrum, je geeft me Ik, het zaad dat je zaait.
Ik ben blij dat ik je gemaakt heb deel, een paar maanden door deze een paar regels, kus Shandala
|